Is het enig om enigst kind te zijn of heeft het nadelen? Ik ben enig kind en de laatste tijd heb ik een aantal mensen in behandeling gekregen dat ook enig kind is. Ze vertelden me hoe zij het enig kind zijn hebben ervaren tijdens hun jeugd. Ikzelf heb als kind lange tijd een broertje of zusje op mijn sinterklaaslijstje gezet. Deze wens bleef onvervuld, maar het getuigt van mijn behoefte. Want wie wil er nu alleen zijn?
Is deze blog alleen voor enig kinderen? Nee, ook als je broers of zussen hebt kun je je enig kind voelen. Misschien doordat je geen raakvlakken hebt met de andere kinderen (hierover meer in mijn blog Het koekoeksjong), doordat je een nakomertje bent, juist lange tijd enig kind was voordat er een broertje of zusje kwam of doordat je broertje of zusje van een andere vader of moeder is.
Een enig kind is een egoïstisch en verwend nest
Mij werd als kind verteld dat enig kind zijn voordelen heeft, sterker nog: als enig kind word je verwend. Ik denk dat dit laatste vooral te maken heeft met de opvoedstijl van de ouders, maar inderdaad: je hoeft je speelgoed niet te delen. Bovendien hoef je niet te concurreren met een broertje en zusje voor aandacht. Maar heeft het opgroeien als enig kind nu psychologisch voordelen of nadelen? Ik onderzocht het bij mijn cliënten, mezelf en op het internet.
Worden enig kinderen daadwerkelijk verwend?
Als ouders slechts één kind kunnen krijgen, zou je misschien aannemen dat ze extra hun best doen om het goed te doen. Ze hebben immers maar één kans om ouder te zijn. De keuze voor één kind kan echter ook een egoïstisch keuze zijn. Je houdt namelijk meer tijd over voor jezelf, het is een stuk rustiger in huis door de afwezigheid van ruziënde kinderen, het kost minder geld en één kind is makkelijker ergens te stallen. Ik denk dat er ouders zijn die hun enig kind overstelpen en misschien zelfs verstikken met aandacht en ouders die juist verwachten dat hun kind zich aan hen aanpast, of verwachten dat het kind een ‘maatje’ voor de ouder is.
Ik hoor dit ook terug van mijn cliënten. Sommigen spreken over overbezorgdheid, klein worden gehouden en anderen spreken van omgekeerde rollen waarbij het vooral om het geluk en de problemen van de ouders draaide.
Dr. Carl Pickhardt (therapeut en onderzoeker in een interview op www.vice.com) zegt: “Het enig kind krijgt de volledige sociale, emotionele en materiële aandacht die de ouders te bieden hebben. Dat betekent enerzijds dat je niets hoeft te delen en minder snel iets tekort komt, maar tegelijkertijd moet je ook alles wat je ouders met zich meebrengen in je eentje aankunnen.”
Een enig kind heeft meer zelfvertrouwen!
Uit onderzoek blijkt soms dat enig kinderen meer zelfvertrouwen hebben. Doordat ze tussen volwassenen opgroeien, ervaren ze zichzelf minder als ondergeschikt. Ze worden vaak meer betrokken bij volwassen gesprekken en beslissingen.
Dit heeft echter ook keerzijdes. Het kind ziet zichzelf als volwassene en stelt daardoor vaak te hoge eisen aan zichzelf, het denkt dat het datgene wat de ouders doen, óók moet kunnen. Het voelt sterker de druk van de ouders om verwachtingen waar te maken, aangezien er geen andere kinderen zijn die dit kunnen doen. Het weet niet goed hoe kind te zijn. Het voelt zich meer op zijn gemak bij volwassenen, maar juist onzekerder tegenover kinderen.
Mijn cliënten spreken echter vooral van minder zelfvertrouwen. Ze hebben sterk ervaren dat ze alleen waren en daardoor kwetsbaarder. Ze moesten altijd hun best doen om andere kinderen te ontmoeten en waren banger om afgewezen te worden, want: “dan heb je niemand.”
Ik was een kind dat zichzelf goed in haar eentje kon vermaken. Ik herinner me echter ook de lange eenzame vakanties, als vriendinnetjes weg waren en ik wanhopig zocht naar iemand om mee te spelen. Ik denk dat ik me daardoor erg aanpaste en voor kinderen koos waar ik me eigenlijk helemaal niet zo prettig bij voelde en dat ik anderen hun zin gaf, uit angst afgewezen te worden.
Enig kinderen zijn materieel ingesteld en bezitterig
Doordat kinderen leren dat alles van hun is, zouden ze niet leren te delen. Ik denk niet dat enig kinderen meer of minder bezitterig zijn dan andere kinderen. Doordat je niets ‘hoefde’ te delen, kan een sterk altruïsme ontstaan, waarbij je juist je spullen wilt delen, omdat je meer overvloed ervaart en daardoor minder waarde hecht aan bezittingen .
In overvloed verliest het bezit zijn waarde en krijgt het verbinden met anderen meer waarde
Een enig kind staat niet zijn mannetje
Volgens Carl Pickhardt hebben enig kinderen meer moeite met het oplossen van conflicten in relaties doordat ze er simpelweg weinig ervaring mee hebben.
Een enig kind hoeft, volgens mij, minder zijn territorium (bezittingen, aandacht) in brede zin te verdedigen, omdat het niet wordt aangevallen door een broertje en zusje. Als nadeel kan ik hierbij opmerken dat het kind hierdoor ook niet leert om ruimte in te nemen en grenzen aan te geven. Met ouders maak je immers geen ruzie op een manier die je met kinderen zou maken, je pakt hun spullen niet af en je hoort naar ze te luisteren. Dus wat doe je dan als je ineens in een klas te maken krijgt met kinderen die met je knokken om aandacht, om het krijgen van hun zin of om de spullen op de speelplaats?
Wat je dan doet, hangt af van je temperament en je opvoeding. Een enkeling weet status te verwerven als leider van een klas doordat die juist aanzien heeft door zijn meer ‘volwassen’ zijn. Sommigen zullen zich aanpassen of terugtrekken en anderen krijgen een woedebui of barsten in tranen uit. Maar onderhandelen, manipuleren of effectief ruzie maken, het is veel enig kinderen niet geleerd.
-afhankelijk van de opvoeding kan ook een kind met broers en zussen de boodschap krijgen dat ze haar grenzen niet mag aangeven. Denk hierbij aan ouderboodschappen als: “jij moet verstandig zijn” of “je broertje kan daar niks aan doen, want die is nog klein!”
Enig kinderen zijn zelfstandiger
Ook dat hangt af van de opvoeding. Wordt er veel voor je gedaan, word je juist gestimuleerd, of wordt van je verwacht dat je het zelf doet? Enig kinderen zijn inderdaad net als oudste kinderen vaak zelfstandiger. Ze spiegelen zich meer aan hun ouders. Ze voelen hierdoor vaak ook meer verantwoordelijkheid en kunnen beter organiseren. Maar dit hangt uiteraard ook weer af van het voorbeeld dat ze van hun ouders krijgen en de mate van betutteling. Veel enig kinderen ontwikkelen zich intellectueel sneller doordat ze meer omgaan met volwassenen. Daarnaast moeten enig kinderen, doordat ze ‘alleen’ zijn, leren zichzelf te vermaken. Hierdoor ontwikkelen ze vaak meer creativiteit en fantasie.
Enig kinderen zijn egocentrisch
Een introvert kind zal zich door zijn introversie sneller terugtrekken en zal daarom bij gebrek aan de uitdaging door broers en zussen, meer gestimuleerd moeten worden om zich sociaal en emotioneel te ontwikkelen. Blijft deze stimulatie achterwege dan kan een kind wat ‘wereldvreemd’ worden en in zijn eigen wereldje leven. Dat wil niet zeggen dat het daarom bij uitstek egocentrisch ‘is’, maar egocentrisch ‘lijkt’.
Een extravert enig kind zal eerder op onderzoek uit gaan. Het stapt makkelijker op anderen af en leert op die manier dus ook sneller hoe met leeftijdgenoten om te gaan en zich in hen te verplaatsen. Het kan echter ook zijn dat zijn extraversie hem in de problemen brengt. Hij is gewend zich uit te spreken. Alleen doet hij dat op een manier die de meeste kinderen ‘vreemd’ in de oren zal klinken. Dat een kind als een kleine professor klinkt, wil niet zeggen dat het egocentrisch is, het spreekt hooguit een andere ‘sociale’ taal.
Enig kinderen zijn ‘anders’
Enig kinderen hebben voor hun leeftijd vaak een groot vocabulaire (mits hun ouders veel met ze gepraat hebben). Ook in hun stijl van redeneren lijken ze ‘wijs’ voor hun leeftijd. Ik denk dat enig kinderen hierdoor vaak verkeerd begrepen worden door volwassenen. Hun emotionele en sociale ontwikkeling loopt namelijk meestal niet parallel aan hun intellectuele ontwikkeling. Ze zijn vaak kwetsbaarder en onzekerder dan ze lijken.
Enig kinderen kunnen echter ook juist een verbale ‘achterstand’ hebben, als ze opgroeien bij ‘afwezige’ of weinig verbale ouders. Ze kunnen hierdoor juist wat stilletjes zijn en moeite hebben met het uitdrukken van behoeften en verlangens (Dit kan overigens ook opgaan voor kinderen uit grote gezinnen).
Een enig kind leert zich in de eerste levensjaren vooral te spiegelen aan volwassenen. Ik denk dat het zich hierdoor onderscheidt van ‘andere’ kinderen, die tussen kinderen opgroeien. Dit kan zich uiten in andere voorkeuren, andere motoriek, andere taal en andere interesses.
Een enig kind vraagt erom gepest te worden
Het ‘anders zijn’ heeft ook invloed op hun rol in een groep. Zoals ik al eerder schreef, kunnen enig kinderen zowel de rol van leider als die van underdog krijgen. Mijn cliënten spreken vooral van gepest worden of door de groep worden buitengesloten. Een ervaring die ik met ze deel. Een andere risicofactor voor gepest worden, is het niet sociaal weerbaar zijn en enig kinderen in het bijzonder hebben hierin vaak een achterstand doordat ze dit in hun omgeving weinig kunnen ‘oefenen’.
Het goede nieuws: enig kinderen worden niet gepest door broers of zussen. Dit blijkt vaker voor te komen dan het gepest worden op school en het valt me op dat hier eigenlijk heel weinig aandacht aan wordt besteed in de literatuur of bij het opvoeden. Wonderlijk eigenlijk, dat gepest worden op school veel aandacht krijgt, terwijl ‘thuis’ gepest worden, iets is wat blijkbaar als ‘normaal’ wordt gezien.
Een enig kind is niet alleen
Uit een grootschalig onderzoek in de Verenigde Staten waarbij 141 studies naar enig kinderen vanaf 1925 met elkaar werden vergeleken, bleek dat op kenmerken als: dominantie, volwassenheid, zelfwaardering, tevredenheid, sociale deelname, relatie met ouders, etc. geen verschil te ontdekken viel met kinderen met broers of zussen. Er was echter één uitzondering: enig kinderen scoorden hoger op prestatiemotivatie (de behoefte om succes na te streven is groter dan de behoefte om mislukking te vermijden).
Daarnaast zouden enig kinderen niet opvallend meer melding hebben gemaakt van eenzaamheid, doordat ze spraken van een hechte relatie met hun ouders. Ook was er geen sprake van sociale problemen, mits er voldoende sociale interacties met andere kinderen aanwezig plaatsvonden in de omgeving.
Conclusie
Of een enig kind nadelen ondervindt op sociaal, emotioneel en psychologisch vlak, hangt van veel factoren af. De betrokkenheid en opvoedingsstijl van de ouders, het beschikbaar zijn van andere kinderen in de directe omgeving, zoals neefjes en nichtjes en kinderen in de buurt als ook het temperament van het kind. Wetenschappelijk onderzoek spreekt zichzelf soms tegen. Ik las onderzoeken waaruit blijkt dan enig kinderen gelukkiger zijn, of meer zelfvertrouwen hebben en onderzoeken die het tegenovergestelde beweren.
Ik realiseer me ook dat, als ik mijn conclusies zou baseren op de verhalen van mijn cliënten en op mijn eigen ervaringen, ik niet objectief ben. Of ze nu enig kind zijn of uit een groot gezin komen, mijn cliënten hebben iets meegemaakt waarvoor ze hulp vragen. Ze zijn zelden ‘de zondagskinderen’ in deze wereld. Ze zijn gepest, ze kwamen uit een problematisch gezin, ze waren ‘anders’, maar dat wil natuurlijk niets zeggen over alle enig kinderen op deze wereld.
Daarnaast ken ik uit mijn praktijk veel verhalen over hoe juist het hebben van een broer of zus je ‘anders zijn’, onzekerheid of eenzaamheid kan versterken. Ervaren dat je ouders meer aandacht, meer liefde aan die ander geven, doet veel pijn. Het gevoel door je familie buitengesloten te worden, is misschien meer traumatisch dan de ervaring van er niet bij horen op school.
En toch, ik had graag een broertje of zusje gehad 😉
Wil jij graag op de hoogte blijven van het verschijnen van een nieuwe blog van mij? Schrijf je dan hieronder in en je wordt deel van mijn fijne ‘blogfamilie’ ;). Je krijgt dan een persoonlijke e-mail van mij met net wat meer extra informatie rondom het onderwerp van een blog.
Herman zegt
Ik vind dit een goed en genuanceerd artikel. Ik kan me hier goed in vinden.
Inge zegt
Ik vind persoonlijk dat het enig kind zijn in dit artikel wel zeer negatief belicht wordt. Het lijkt een gigantisch zware emotionele belasting. Ik ervaar het zo helemaal niet. Ik kan me voorstellen dat anderen dit wel zo ervaren, maar denk toch dat we moeten opletten met dit soort veralgemeningen die het reeds bestaande stigma nog groter maken.
Lizet zegt
Helaas, heb ik mij ook ‘alleen’ gevoeld en ik heb wel een broer & zus, maar omdat er een leeftijdsverschil is (waar hun dichtbij elkaar liggen en 5/6 jaar jonger) wordt ik niet erin meegenomen en zijn ze meestal samen zonder mij, ook nu bijvoorbeeld vragen ze niet ‘hoe het gaat’ en hoor ik wel dat ze bij elkaar komen, ook al zijn het soms klusjes, ik wordt niet gevraagd. Ik voel me dus ook ‘alleen’ in dat.
Kim zegt
Ik ben enig kind…en weet je wat mij ongelukkig maakte als enig kind?…de stigma’s en alle negatieve reacties daarop; oh je bent vast verwend….oh wat zielig voor jou…voel je je nooit alleen? Voel jij je niet eenzaam? Etc etc……
ik was als kind dolgelukkig en had nergens geen problemen mee. Dankjewel lieve ouders❤️