Negatief denken loont
Tijdens een treinreis op 1 november 2016 zag ik op Twitter dat het ‘de dag van de positiviteit’ was. Het verwonderde mij dat het blijkbaar nodig is om zo’n dag in te stellen. We hebben immers niet ‘de dag van de negativiteit’. Al mijmerend hierover stelde ik mezelf de volgende vragen: Waarom hebben we negatieve gedachten? Waarom zijn negatieve gedachten zo hardnekkig, terwijl ze onze stemming, ons leven en soms dat van anderen vergallen en waarom onthouden we negatieve gebeurtenissen beter dan positieve? Ik ben een denker. Op slechte momenten een piekeraar en op goede een verwonderaar. In dat laatste schuilt een manier om tot minder piekeren en negativiteit te komen. Maar daarover later meer.
Wantrouw mensen die beweren dat je minder negatief moet denken, ze hebben het slecht met je voor!
Er wordt veel geld verdient aan boeken, cursussen en behandelingen, die beweren dat negatief denken slecht is en die beloven jouw negatieve gedachten te verminderen. Toegegeven, ook ik heb me in een aantal ‘oude’ blogs daar schuldig aan gemaakt. Sorry daarvoor. Inmiddels ben ik wijzer en zeg:
Omarm je negatieve gedachten als je leven je lief is!
Dit bedoel ik letterlijk. Zonder negatieve gedachten zou de mensheid als ras al lang zijn uitgestorven. Stel je dat eens voor, een aarde zonder mensen, misschien zo gek nog niet ;). Dat we er zijn, hebben we aan twee dingen te danken:
- We kunnen denken en hierdoor analyseren en generaliseren. Als A gevaarlijk is, dan is B dat misschien ook.
- We kunnen onthouden en fantaseren. Hierdoor weten we waar het in het verleden fout ging en kunnen we ons voorstellen waar het in de toekomst fout zal gaan. In de psychologie noemen we dat anticiperen.
Een voorbeeld:
Stel je loopt op de stoep en struikelt over een omhoog stekende tegel. De val doet pijn. Deze pijn vind je vervelend, dus wil je dat in het vervolg voorkomen. Analyse: ik viel door een tegel van een stoep. Generalisatie: als deze stoep val gevaarlijk is, dan is de stoep aan de overkant dat misschien ook en misschien ook wel de weg, of een trap? Anticiperen: de volgende keer dat je over een stoep loopt doe je dat met een hogere spanning en alertheid. Jij kijkt niet langer om je heen, maar richt je blik strak op de grond, speurend naar omhoogstekende tegels.
Overleven gaat voor geluk
In bovenstaand voorbeeld beschreef ik het overlevingsprincipe in een notendop. Des te beter je hierin bent des te veiliger je leven is. Word je gelukkig van een alert en bezorgd leven? Waarschijnlijk niet, maar onze overlevingsdrang heeft een hogere urgentie dan ons geluksgevoel. Want zonder leven geen geluk. Vandaar dat negatieve gedachten dus zo hardnekkig zijn en makkelijk positieve gedachten weg drukken. We gebruiken ze als gids bij het overleven.Er zijn echter verschillen in de mate waarin mensen dit overlevingsprincipe hanteren. Want ons denken stelt ons in staat tot nog meer moois: het kans berekenen. Hierbij maken we gebruik van analyse en kennis.
Als we op de stoep een analyse loslaten gebaseerd op de gemiddelde kwaliteit van stoepen in Nederland en de frequentie van het aantal keren dat we op een stoep zijn gevallen, dan kunnen we min of meer uitrekenen hoe groot de kans is dat we op een stoep onze nek zullen breken. Uiteraard doen we dit lang niet zo bewust. Het gaat vanzelf. Je stapt in de auto, gaat naar de sportschool, praat met een vreemde omdat je de kans op een ongeluk, blessure of beroving heel klein schat. Op dit moment domineert het praktische (van A naar B gaan) of onze behoefte (sporten of even contact) het risico dat we nemen. Ook dit is onderdeel van ons overlevingsprincipe. Zonder het nemen van risico’s zouden we nog steeds in een donkere, koude grot leven. Ook het risico staat in dienst van onze overleving. Om onze overlevingskansen te vergroten zijn bepaalde risico’s noodzakelijk. Als je nooit uit de grot komt verhonger je op den duur. Iemand moet zich opofferen in het belang van de groep. Vandaar dat de natuur ervoor heeft gezorgd dat er mensen zijn die weinig angstig of ronduit roekeloos zijn, en mensen die bedachtzaam, voorzichtig en wat angstig zijn. Komt de waaghals om het leven buiten de grot, dan kunnen zij weer nieuwe mensjes maken, zodat het menselijke ras niet uitsterft.
De subjectieve kansberekening
In het leven hanteert iedereen zijn eigen formule
Hoe we onze kansen inschatten is onderhevig aan enige subjectiviteit. De optimist zal de kans op een positieve uitkomst anders inschatten dan de pessimist. Hoe verworden mensen tot optimisten dan wel pessimisten?
Deels is dit, zoals ik hierboven al verhalend schetste, genetisch ingegeven. Mensen verschillen in temperament, beter bekend als introversie versus extraversie. Het ene kind is van nature wat voorzichtiger of angstiger dan het andere kind. De mate waarin we ons gevaar kunnen voorstellen (o.i.v. fantasie) lijkt ook in aanleg verschillend. Ook is in aanleg een verschil in drang tot exploratie, een behoefte aan structuur en zelfs een verschil in pijnbeleving aanwezig. Ik probeer nu niet volledig te zijn. Dat zou een geheel ander thema worden.
Naast het verschil in temperament spelen omgevingsfactoren een rol bij de ontwikkeling van een persoonlijkheid. Welke leefregels worden er aan een kind meegegeven? Een kind dat vaak te horen krijgt: “Pas op, kijk uit, vertrouw niemand!” en de ouders ’s avonds hoort praten over de gevaarlijke samenleving zal mogelijk angstiger opgroeien dan een kind dat met vertrouwen en vrijheid wordt opgevoed. Opvoeden is in feite heel goed naar je kind kijken en aanvullen dan wel begrenzen waar het een teveel of een te weinig aan heeft.
Tot slot spelen negatieve levenservaringen een grote rol bij de wijze waarop een mens de wereld aanschouwt. Een kind dat al jong veel heeft meegemaakt, zich onveilig of bedreigd heeft gevoeld, zal voor de rest van zijn leven gevoeliger blijven voor het ontwikkelen van het fameuze stresshormoon cortisol. Dit hormoon vormt een soort van automatische rem, doordat het de vatbaarheid voor negatieve gevoelens en angst verhoogt. In feite prikkelt de wereld meer als je angstig bent. Ga maar na, als jij een aantal nachten slecht slaapt zal je op het dichtslaan van een deur heftiger reageren dan wanneer je ontspannen en uitgerust bent. De pijngrens ligt lager en dus is de behoefte aan vermijding groter. Negatieve gedachten hebben een belangrijke functie bij vermijding.
En geluk dan?
Speelt geluk dan geen enkele rol in ons leven en zijn we alleen maar pijn-vermijders en berekenende risiconemers? Je hebt gelijk. We laten ons wel degelijk door positieve ervaringen leiden en positieve gedachten kunnen ook veel goeds brengen. We weten door onderzoek dat onder invloed van positieve bekrachtiging (bijvoorbeeld het uitspreken van waardering) mensen geneigd zijn tot het vertonen van bepaald gedrag. Kinderen leren immers, deels onder invloed van aanmoedigingen, lopen, fietsen en nog veel meer. Dit gaat zeker gepaard met pijn en toch doen ze het. Waarom? Waarschijnlijk is dit deels instinct en deels beloning. Als je staat en loopt krijg je meer van de wereld, niet alleen enthousiaste kreten van je ouders en aandacht, maar je kunt ook ineens een koekje van de tafel pakken. We nemen dus ook risico’s, omdat we een toename van ons geluk verwachten.
Opnieuw speelt ook hierin die kansberekening een rol. Ik zeg heel vaak tegen mijn cliënten: “Wij mensen zijn boekhouders.” We maken continue de balans op. Wat kost me dit en wat brengt het me? Als we weinig positiefs van het leven verwachten zullen we minder geneigd zijn om risico’s te nemen en wordt niet het hebben van een fijn leven, maar overleven ineens weer van levensbelang. Verwachten we geluk, dan zullen we het risico nemen dit na te streven.
Onder welke spijt lijd jij het meest? De spijt van iets wat je gedaan hebt of de spijt van iets wat je hebt nagelaten?
Ik wil een andere persoonlijkheid!
Ik hoor nog wel eens de roep om een andere persoonlijkheid. Mensen willen niet meer negatief denken, of optimistischer worden. Op zo’n moment begin ik inwendig en soms hardop te zuchten (dat doe ik trouwens best charmant 🙂 ). Onze denkstijl hoort in feite bij ons temperament. Een introverte persoon heeft meer behoefte aan rust en overzicht. Zijn denkstijl zal dus gericht zijn op het voorkomen van onrust en chaos. Een extravert iemand houdt van spanning en uitdaging. Zijn denkstijl zal gericht zijn op het vinden van avontuur en actie. Uiteraard is niemand alleen maar introvert of extravert. We bevinden ons doorgaans ergens op de dimensie tussen deze polen (en ik nam zojuist de kortste bocht). Mijn standpunt: “Ben je introvert of extravert? (hoewel je deze laatste groep minder vaak hoort roepen om een persoonlijke metamorfose) Omarm het! Het is een prachtig temperament!”
–Ik voel de noodzaak om binnenkort eens een blog te schrijven als lofzang op de introverte persoonlijkheid. Dit idee zit al heel lang in mijn hoofd, maar wordt steeds terzijde geschoven door meer dringende thema’s. (en dat is de tragedie van de introverte persoonlijkheid. Ze worden vaak over het hoofd gezien. Een van de redenen dat introverte mensen in onze huidige samenleving van dominantie, geldingsdrang en reactiesnelheid, een andere persoonlijkheid willen)–
Je kunt een persoonlijkheid niet veranderen, maar wel de scherpe randjes ervan afschaven en de hiaten een beetje vullen. De positieve psychologie richt zich bijvoorbeeld op het positieve in het leven met als doel, tot meer positieve gevoelens, gedachten en ontwikkeling te komen.
Overleven is noodzaak, alles daarna is leven
Als je in gedachte houdt dat negatief denken noodzakelijk is, kan het geen kwaad om ook meer ruimte in te ruimen voor positieve gedachten en ervaringen, want daar word je wel degelijk gelukkiger van, maar hoe? Door een voorbeeld te nemen aan een kind en jezelf in herinnering te brengen hoe de wereld eruit zag toen je nog een kind was. (Wil je meer weten over hoe je het kind in jezelf kunt leren kennen? Lees dan: Het authentieke zelf)
Tijdens mijn studie kwamen diverse psychologische en filosofische stromingen aan bod en één daarvan beweerde dat een kind een onbeschreven blad is. Mooi beeld, alleen niet helemaal waar. We weten nu immers dat een kind geboren wordt met temperament en instinct. Maar deze uitspraak is ook weer niet helemaal niét waar. Doordat een kind nog weinig tot geen (negatieve) ervaringen heeft opgedaan, staat het nog open in het leven:
- Het oordeelt niet maar verwondert.
- Het onderzoekt in plaats van te vermijden.
- Het ervaart in de basis vertrouwen in plaats van wantrouwen.
- Het geniet van alles, ook de kleine dingen, want alles is nieuw .
- Het wordt enthousiast van elke kleine stap, want alles is meer (en niet: alles is het net niet).
Vertaal ik deze kindwereld naar de wereld van de volwassenen dan volgen hieruit de volgende adviezen.
- Probeer je bewuster te zijn van de dingen die op een dag goed gaan.
- Let op de schoonheid om je heen en zoek naar de schoonheid in wat lelijk lijkt.
- Leef niet groots, maar in detail. Een roos is net zo mooi als een boeket rozen, misschien nog wel mooier.
- Verwonder je over het leven (ja, ook over mensen!) en probeer je oordeel uit te stellen. Vaak blijkt het onjuist.
- Waardeer wat je hebt.
- Blijf dromen, ontdekken en spelen.
- Streef na wat bereikbaar is, ook met kleine stapjes kom je verder.
- Kijk niet hoe ver je nog moet gaan, maar hoever je al bent gekomen.
Mijn conclusie:
Geef eens meer aandacht aan je positieve gedachten. De negatieve denker in jou, die drama queen, krijgt al aandacht genoeg!
wim wetsteen zegt
wel aardig dat je negatief denken niet abnormaal vindt, maar je tips gaan allemaal over positief blijven….
(zucht) maar als je de waarheid hebt verteld in je relaas dat doe dat nu je zelf ook al.