Iedereen heeft er wel een. Sommigen hebben een kaliber slavendrijver die dagelijks de zweep luid op je rug laat kletsen. Anderen hebben er een die hooguit fluistert. De criticus heeft vele gedaanten en toch zijn wij ons daar amper van bewust, doordat hij volledig in ons zelfbeeld geïntegreerd is. Hij laat echter zijn sporen na, en de vraag is of we daar beter van worden. Een van mijn lezers vroeg me mijn licht te laten schijnen op de criticus en aangezien deze zoveel leed veroorzaakt, leek me dit een mooi onderwerp om uit te diepen.
De criticus volgens enkele psychologische stromingen
De psychoananlyse
De criticus komt in veel psychologische theorieën voor. Freud was bij mijn weten een van de eersten die de mens verdeelde in drie delen: het id, ego en superego. Volgens Freud is het id een onderbewust mechanisme dat uit twee energieën bestaat: dat van de woede en dat van de seksualiteit. Het id wordt ook wel onze drift genoemd. Het superego beschouwde hij als de tegenhanger van het id. Het is het beeld dat wij mensen hebben van ons ‘ideale’ zelf en het draagt al onze normen en waarden in zich die door onze omgeving zijn meegegeven. Het ego is volgens hem de instantie die probeert deze tegengestelde energieën in bedwang te houden. Doet het zijn werk goed, dan kunnen we een redelijk normaal leven leiden. Doet het zijn werk slecht dan worden we oftewel geregeerd door onze driften (en zijn we ongeremd) of worden we enkel geleid door onze normen en waarden en raken we verwijderd van wie we in onze kern zijn, wat we voelen en waarvan we dromen.
In de theorie van Freud zouden we het superego als ‘de criticus’ kunnen beschouwen en beïnvloedt het ons bewuste (het ego). Wie staat aan het roer van jouw leven? Norm, drift of een goede balans tussen beide?
De cognitieve gedragstherapie
In de CGT spreken we van verschillende soorten van ineffectieve kerngedachten, zoals:
- rampdenken (“Het is verschrikkelijk als …,”),
- normativisme (“Iedereen moet zich aan mijn normen houden.”),
- love junk (“Iedereen moet mij aardig vinden”),
- lage frustratie tolerantie (“Dat lukt mij nooit, het is te moeilijk, de wereld is verschrikkelijk”.),
- perfectionisme (“Alles wat ik doe moet perfect zijn”.).
Je kunt je voorstellen dat met zulke kerngedachten je alles wat je doet, denkt en voelt langs een metershoge lat legt. Je zou er hoogtevrees van krijgen. Deze gedachten hebben een sterk eisende toon en roepen veel spanning en angst op. Ze willen nog wel eens tot algemene verlamming (faalangst) leiden en hebben afbraak van je zelfvertrouwen en een negatief zelf- en mensbeeld tot gevolg.
Ik beschouw ineffectieve kerngedachten, zoals beschreven in de CGT, als ‘de taal’ van de criticus.
De schematherapie
In de schematherapie maken we een onderscheid tussen schema’s: diep gevoelde overtuigingen die voortkomen uit traumatische gebeurtenissen in onze jeugd, en modi: de coping die we ontwikkeld hebben om deze schema’s en de gevoelens van angst, pijn en verdriet die ze teweeg brengen, niet te hoeven voelen. Een modus is in feite dus een afweermechanisme. In de schematherapie onderscheiden we een aantal verschillende modi. Voor dit artikelen bespreek ik uitsluitend de ‘ouder’ -modi. Deze kunnen we verdelen in: de straffende ouder, de kritische (of veeleisende) ouder en de schuldinducerende ouder.
Deze oudermodi hebben allen een sterk kritische, belerende en dominante toon. Je herkent ze het beste als een innerlijke stem of gedachte, die jou bij alles wat je denkt, doet en voelt op je vingers tikt.
Voice dialogue
Deze psychologische theorie The psychology of Selves (zie ook mijn blog: Ik en mijn ikken) geeft niet alleen een goede beschrijving van de criticus, maar reikt ook een methodiek aan waarbij je mensen heel duidelijk kunt laten ervaren wat de criticus in henzelf zegt, voelt en hoe hij zich gedraagt.
De VD geeft voor de criticus de volgende beschrijving: “Het is een innerlijke commentaarstem die je er voortdurend op wijst wat je verkeerd doet …” “Hij vergelijkt je met andere mensen en slaagt erin je te vertellen wie er allemaal mooier, authentieker, succesvoller … is. Hij leert je al jong op welke punten je niet deugt. Hij is nooit tevreden en bekritiseert je op alle terreinen in je leven. Met een innerlijke criticus heb je geen vijanden meer nodig!” (uit het boek van Brugman, K., Budde, J. & Collewijn, B. (2014). Ik (k)en mijn ikken. Zaltbommel: Thema.)
De functie van de criticus
Goed we hebben er dus een en “Met een criticus heb je geen vijanden meer nodig.” Dus het is geen beste vriend. Maar waarom hebben we er dan een? In zowel de schematherapie als in de VD wordt gedacht dat de criticus ooit ontstaan is als beschermer tegen kritiek en afwijzing en dus tegen pijn en verdriet. Duiken we dieper in de GCT dan komen we deze theorie opnieuw tegen, waarbij we door middel van gedachten onszelf proberen te beschermen tegen onze dieperliggende angsten.
Een van de meeste voorkomende angsten (volgens de schematherapie zijn: verlating, misbruik, verwaarlozing en minderwaardigheid (lees meer in: Overzicht schema’s )
De criticus heeft zich gevormd overeenkomstig de normen, waarden en heersende regels van jouw omgeving. Hij is een kant die van alles in twijfel trekt en je scherp houdt. Tot zover is daar niet zo veel mis mee. Een leraar die je leert kritisch en authentiek te denken, is een waardevolle leermeester. Zonder criticus zouden we, zoals Freud vreesde, ons enkel overgeven aan onze driften Ineens zie ik een schilderij van Jeroen Bosch voor me met drank, hoog opgestapelde lekkernijen en een grenzeloze overgave aan verslavingen, lusten en woede. Een overdreven beeld, maar zonder criticus zou er menig afwas, huiswerk en ander ‘moet’ klusje blijven liggen en zou niemand nog op tijd op zijn werk verschijnen.
De criticus is niet het paard voor jouw wagen, maar degene met de zweep, zodat jij vooruit komt
De op hol geslagen criticus
Het gaat mis als jouw criticus van geen wijken weet. Als hij jouw dromen, passies, talenten, kwaliteiten, kennis, vertrouwen en gevoelens overschreeuwt en je domineert. Als hij je ’s nachts wakker houdt, als hij elk succes ondermijnt, elke zonnestraal met schaduw overdekt, altijd kijkt naar wat er niet goed gaat en bagatelliseert wat er wel lukt.
Zo’n criticus put je uit, laat geen spaander van jouw zelfbeeld heel en isoleert je van alles wat je (ooit) lief was. Vandaar dat ik in mijn boek Depressie als beste vriend de criticus bespreek. Hij speelt namelijk vaak een grote rol bij depressies en angsten. Heb je zo’n criticus in je dan komt jouw wagen nergens meer, omdat jouw paard is doodgemarteld (Bah, wat een akelig beeld).
Vrees de criticus die liever ziet dat je geen leven meer hebt, dan dat je een fout maakt
De criticus slaat op hol onder invloed van omgevingsfactoren, levensgebeurtenissen en trauma’s. Een daadwerkelijke kritische, schuldinducerende en/of straffende ouder zal zijn sporen nalaten op jouw innerlijke criticus. Je verinnerlijkt als het ware de boodschappen van die ouder om straf en afwijzing te voorkomen. Niemand wil het kind zijn dat zijn ouder teleurgesteld heeft.
Verder kan je bij trauma’s en levensgebeurtenissen denken aan gepest zijn, het verlies van een ouder, een onveilige gezinssituatie, ziekte (van het kind of een dierbare), maar ook kleiner leed, zoals een verhuizing (en een wisseling van school), ruzie met een hartsvriendin, verlating door een vriendengroep, een te strenge docent of een degradatie bij je voetbalteam.
De criticus ontmaskerd
Het moge duidelijk zijn dat de verschillende stromingen het over één ding eens zijn. Wij mensen hebben allemaal een innerlijke stem die ons kritisch toespreekt. Hoewel een Italiaanse criticus misschien andere dingen zal zeggen (“Chiama tua madre !!!”) dan een Japanse of Nederlandse, omdat de criticus norm-gedreven is en normen deels cultureel bepaald zijn. Ze spreken in essentie echter dezelfde ‘kritische’ taal.
Als jij je bewuster wilt worden van je innerlijke criticus dan is het zaak deze taal te leren herkennen. En als je een op hol geslagen criticus hebt, dan is het de hoogste tijd deze een toontje lager te laten zingen.
Hierboven heb ik al enkele boodschappen beschreven die de criticus voor je in petto heeft. Hieronder geef ik enkele veel voorkomende zinnen. Stel je bij al die zinnen voor dat ze op een dwingende, autoritaire en totalitaire toon worden gezegd. De criticus laat geen ruimte voor tegenspraak, doet niet aan nuances (is dus zwart-wit) en zal nooit een bevestiging, compliment of aanmoediging geven.
Je moet … Je hoort … Je mag niet …
Je doet het verkeerd. Je ziet het verkeerd. Het is jouw schuld dat …
Niemand vindt jou … Anderen kunnen … beter. Je bent te …
Het wordt nooit wat met jou. Jij bent net een klein kind … Je bent onvolwassen …
Je bent dom … Je bent slap … Je bent te gevoelig …
Je bent gek … Je bent niet goed genoeg. Heb je wel … ?
Je kunt niemand vertrouwen. Heb je wel … ? Wat als … ?
Herkenbaar? Kun je nog meer zinnetjes bedenken? Je kunt jezelf oefenen in het herkennen van de criticus door goed naar jouw denken (of de stemmen in je hoofd) te luisteren. Lukt het niet om bovenstaande zinnen te horen en geef jij jezelf daarover op de kop? Geheid dat dan de criticus aan het woord is!
De verschijningsvormen van de criticus
De criticus is echter niet altijd even dwingend of zelfs openlijk negatief. Hieronder tref je een overzicht van alle gedaanten.
- De aanvaller: herkenbaar aan de beledigende, afbrekende taal, “Je doet het niet goed”, “Je bent waardeloos”.
- De subtiele ‘behulpzame criticus’ klinkt als: “Je zou … (bijvoorbeeld: wat moeten afvallen)”, “Als je maar … ” Deze hanteert de veronderstelling dat je niet helemaal goed bent, zoals je bent en heeft daar misschien ook niet helemaal ongelijk in.
- De vermomde of verborgen criticus: Deze herken je direct aan een bepaald gevoel, zoals: schaamte, schuldgevoelens of andere nare gevoelens.
- De onzichtbare criticus: Deze bemerk je in contact met een ander. Stel de ander zegt iets, geeft kritiek en je schiet in de verdediging, voelt je gekwetst of raakt uit je evenwicht.
Het uitdrijven van de criticus
Als je eenmaal bedreven raakt in het herkennen, dan kun je proberen over te gaan tot het terugdringen van je criticus. Niet door met hem in discussie te gaan (dat win je waarschijnlijk toch niet). Geef de criticus opdrachten en reageer met krachtige oneliners, zoals: “Ga weg! Ik heb je niet nodig! Je helpt me niet! Het is niet erg om fouten te maken! Ik hoef niet perfect te zijn! Het is geen ramp, ik overleef het wel! Goed is goed genoeg! Maak je geen zorgen! Heb vertrouwen in mij!” Daarnaast is de zin: “… en wat als het wel lukt?”, een mooie retorische vraag.
Soms helpt het als je kunt achterhalen van wie de kritische opmerkingen oorspronkelijk afkomstig zijn. Was het een ouder, dominee of docent die deze dingen tegen je zei? Vraag jezelf af wat je nu, als volwassene van die normen en eisen vindt. Hebben ze nog waarde of kunnen ze overboord? Denk ook eens na over de context en de persoonlijkheid van de ander. Waren de driftbuien van je ouder, werkelijk jouw schuld? Was jij misschien de boksbal van een overspannen leraar?
Ja maar, … wat als het wel lukt?
Een andere krachtige manier om de criticus te verjagen is door een voorwerp tot criticus te benoemen en dat letterlijk buiten jezelf neer te zetten, zodat je beseft: dit ben ik niet! En als het je te gortig wordt, dan zet je dat voorwerp letterlijk weg, of je pakt een hamer en geeft het een tik 😉
In feite komt het erop neer dat jij jezelf in alles wat je bent probeert te accepteren. Jezelf probeert lief te hebben zoals je een ander lief hebt, inclusief jouw mindere kanten en beperkingen.
Als je besluit iets te veranderen aan jezelf, doe dat niet omdat het ‘hoort’, maar omdat het je goed doet, omdat je in jezelf wilt investeren, omdat je verlangt naar groei.
Bekijk ook eens de mooie animatie How to be a friend to yourself aan het eind van dit artikel.
Conclusie
De criticus is dus ooit als beschermer ontstaan en is dus een sub-persoonlijkheid, ook wel te herkennen in de vorm van een innerlijke stem (niet in psychotische zin), of gedachten. Hij is gevormd naar de heersende cultuur en normen en waarden. Hij kan door heftige gebeurtenissen op hol zijn geslagen en dan destructief worden voor jouw zelfvertrouwen, zelfbeeld en algehele welzijn. Het is dan zaak de criticus een kopje kleiner te maken.
En tot slot een oneliner om nooit te vergeten:
Elke zwart-wit regel mist kleur
De volgende blog gaat over uitstelgedrag. Ik kom je daarin tegemoet door je op de hoogte te houden van het verschijnen van een nieuwe blog. Zo hoef je weer wat minder acties te ondernemen om mijn artikelen te lezen. Hoeft de criticus in jou zich daar weer wat minder druk over te maken.
Geef een reactie