Hoe gaan wij mensen om met dreiging, gevaar en verlies? Zijn we een stelletje egoïsten die bovenal ons eigen hachje proberen te redden of houden we oog voor het grotere geheel en onze medemens? Ik probeer deze vragen te beantwoorden door mijn eigen indrukken van de huidige vreemde tijd waarin wij leven te vergelijken met enkele inzichten uit het boek De meeste mensen deugen.
We leven helaas in een tijd, die ik vanaf nu hier de ‘Coronatijd’ noem. We worden dagelijks geconfronteerd met dreigende berichten over een ‘gevaarlijk ’ virus en direct verlies. Het verlies van werk, bewegingsvrijheid, ontspanningsmogelijkheden, lichamelijk contact en sommigen hebben zelfs dierbaren verloren aan deze onzichtbare vijand. Moeten we in de hand gehouden worden door strenge maatregelen, boetes en dreigementen vanuit de overheid of zijn we in staat om zelf medemenselijk te handelen en na te denken?
De mens zal beter worden als je hem toont hoe hij is Anton Tsjechov (1860-1904)
De meeste mensen deugen
Dit zou de titel kunnen zijn van een roman. Pure fictie. Het is echter de titel van het geweldige boek van Rutger Bregman, waarin hij zich baseert op wetenschappelijk onderzoek. Hoewel ik in mijn hart dit graag wil geloven, was ook ik aanvankelijk sceptisch. Ik heb genoeg meegemaakt om te weten dat niet alle mensen deugen. Dat is echter ook niet de stelling van dit boek. De schrijver probeert ons er bewust van te maken dat ons mensbeeld gevormd is, of beter gezegd, misvormd is geraakt door wat de media, misantropen en sommige politieke ‘leiders’ ons willen doen geloven.
Waarom zouden ze dat doen? Zoals ik al wel eens eerder heb geschreven: omdat ellende verkoopt. Dit wil ik aanvullen met: omdat het makkelijk is om macht uit te oefenen over angstige mensen. Als we naar onze geschiedenis kijken, zien we hoe dictators hier al gebruik van maakten: verdeel-en-heerspolitiek, door een vijand te creëren.
Mensen in coronatijd
Ook op dit moment hebben we een gemeenschappelijke vijand, namelijk een virus dat mensen kan doden. Brengt dit ons samen of zorgt het juist voor verwijdering? Kijk ik om me heen dan denk ik allebei. Opnieuw jaagt de media ons angst aan. Daarbij wisselt de berichtgeving dagelijks en spreken berichten elkaar soms tegen. Wat te doen? Leggen we ons vertrouwen in politici en wetenschappers (die soms eerlijk bekennen het ook allemaal niet te weten) of maken we onze eigen keuzes? Laten we ons leiden door ons gevoel of verstand?
Altruïsme
Zoals ik in een eerdere blog schreef, zijn we in onze kern altruïstisch. Dit komt ook in het boek en in ander wetenschappelijk onderzoek naar voren. We willen de ander graag behulpzaam zijn. Mits we die ander tot ‘onze’ groep rekenen. Dat altruïsme zie ik ook nu opleven. Mensen bieden hun hulp aan, aan mensen die ziek zijn. Ze maken muziek voor ouderen die opgesloten zitten in tehuizen of ze maken soepjes of andere lekkere dingen voor het medisch personeel dat als het ware op het slagveld staat.
In ons altruïsme speelt ook ons vermogen tot empathie een grote rol. Onze wens om te helpen komt voort uit ons vermogen ons in een ander in te leven. Zowel in mijn blog “Het recept voor steun”, als in het boek wordt beschreven dat empathie soms ook nadelen heeft. We vullen namelijk in wat de ander nodig heeft in op basis van ons eigen gevoel in plaats van de ander te vragen wat zijn behoefte is.
Ook in coronatijd worden beslissingen genomen over grote groepen mensen. Zo zegt de overheid dat de kwetsbaren beschermd dienen te worden. Het gevolg is dat veel ouderen de deur niet meer uit ‘mogen’ en hun familie niet meer ‘mogen’ zien, laat staan knuffelen, maar wat vinden die ouderen daar zelf van? Willen ze dat eigenlijk wel? Dit zou toch ieder voor zichzelf moeten kunnen beslissen, lijkt me. Zouden ze niet zelf de afweging mogen maken tussen iets langer leven zonder contact met anderen of mogelijk iets korter maar dan in de armen van hun familie?
Mensen denken enkel aan zichzelf
Er werd lang gedacht dat mensen in tijden van rampspoed angstig en egoïstisch worden. Ieder wil zijn eigen hachje redden. De oorlogsvoering was ten tijde van de eerste en tweede wereldoorlog en ook in de oorlog van Vietnam op deze gedachte gebaseerd. Bombardeer alles plat, honger een volk uit en ze geven zich wel over! Maar wat bleek ? Mensen doen er alles aan om het ‘gewone’ leven te continueren of zo snel mogelijk te hervatten. Natuurlijk is er verdriet, rouw en woede, maar mensen lijken mentaal behoorlijk gezond te blijven in tijden van oorlog en juist behulpzamer te zijn dan in tijden van vrede.
Dit zien we ook in de huidige coronatijd. Mensen worden inventief, ze zoeken naar manieren om contact met elkaar te hebben, elkaar te steunen, fysiek gezond te blijven en de economie draaiende te houden. Ze werken vanuit thuis, geven hun kinderen les, doen boodschappen voor zieke buren of ouderen, staan te sporten in hun woonkamer, steunen de plaatselijke horeca door afhaalmaaltijden of tegoedbonnen te kopen en ze praten nog steeds, via mobiel, laptop of op anderhalve meter afstand.
Veel van die mooie initiatieven hebben niet te maken met de overheid. Het komt uit mensen zelf.
Dat mens is van nature egoïstisch, paniekerig en agressief
Volgens Rutger Bregman is dit een hardnekkige mythe. Hij staaft dit in zijn boek met verschillende wetenschappelijke onderzoeken en haalt de wetenschappers die deze gedachten in de wereld hebben gezet, genadeloos onderuit.
Uiteraard zijn we wel tot agressie in staat, maar het heeft niet onze voorkeur. Uit onderzoek (volgens Bregman) naar de eerste wereldoorlog blijkt dat de Duitsers en de geallieerden in de loopgraven erg veel moeite hadden met het beschieten van elkaar als ze elkaar in de ogen konden kijken. Daar heeft de oorlogsindustrie inmiddels iets op gevonden: drones, bommen en raketten.
Tijdens een ramp gaan de meeste mensen in een overlevingsstand en paniek is zelden een goede overlevingsstrategie. We zullen vluchten of vechten en als beiden niet tot de mogelijkheden behoren ‘bevriezen’, tot we weer veilig zijn. Zoals een kudde dieren, lopen we elkaar daarin niet voor de voeten, mits we tenminste voldoende ruimte hebben. Enkel in een situatie waarin bij voorbaat geldt dat er slechts enkelen zullen overleven, zal het recht van de sterkste gebruikt worden en dan nog zullen er altijd mensen zijn die ten koste van zichzelf anderen zullen helpen te overleven.
De mens is een kuddedier
Dit heeft voor en nadelen. Goed gedrag krijgt opvolging, maar slecht gedrag soms ook. De meesten van ons zijn geneigd dat te doen wat passend is binnen de groep waartoe we ons rekenen.
Is iedereen in je omgeving bezig met liefdadigheid, dan denk je eerder bij jezelf: laat ik ook maar eens iets voor een ander doen. Zijn mensen om je heen echter aan het hamsteren, dan denk je bij jezelf: snel maar eens een aantal rollen toiletpapier inslaan 😉
Ik sluit niet uit dat ook onze overheid last heeft van kuddegedrag. Met betrekking tot de coronamaatregelen kijkt ze naar haar buren en voelt ze de hete adem van andere Europese landen en ook de druk van de samenleving in haar nek.
De keuzes die we maken, worden dus vaak ingegeven door de omgeving waartoe we ons rekenen.
Denkt een mens ook voor zichzelf?
Bovenstaande zou de indruk kunnen wekken dat wij enkel schapen zijn die een herder volgen. Uit onderzoek blijkt echter dat we naast kuddedieren ook autonome wezens zijn.
Tijdens mijn opleiding psychologie kwamen meerdere experimenten aan bod die in het boek van Bregman ontkracht worden, zoals het Stanford experiment. Ook ik nam redelijk klakkeloos aan dat wat ik op de universiteit leerde ‘waar’ was. Ik was echter toen al iemand die een beetje tegen de stroom inzwom. Ik kon me nooit volledig vinden in één stroming. Geloofde niet in de absolute effectiviteit van één behandelvorm, zoals gedragstherapie en ging destijds al op zoek naar ‘alternatieve’ behandelvormen. Deze werden toen en soms nu nog, niet altijd door de zorgverzekeraars erkend (lees: vergoed). Dit betekent vaak dat een stroming niet het geld heeft, geen macht of geen goede lobbyisten (PR) om erkend te worden. Ja, ook wetenschappelijk onderzoek wordt hier deels door bepaald. Zo wordt er bijvoorbeeld veel minder onderzoek gedaan naar zeldzame ziektes, waardoor behandeling en medicatie op zich laat wachten.
In het Stanford experiment werd ‘aangetoond’ dat mensen die zich machtig voelen tot afschuwelijke dingen in staat zijn. Zo kregen studenten de rol van bewaker of gevangene aangewezen. De bewakers zouden uiteindelijk helemaal los zijn gegaan op de gevangenen. Het experiment liep volledig uit de hand. Het onderzoek gaat de geschiedenis in als bewijs dat ‘brave’ burgers binnen afzienbare tijd zich ontpoppen tot ‘monsters’. Niet omdat ze ‘slecht’ waren, maar in een ‘slechte’ situatie waren beland en dat allemaal door het aantrekken van een uniform. Wat bleek: het experiment van Philip Zimbardo was een hoax. Zo kwam naar voren dat Zimbardo zelf de instructies tot vernedering gaf. De bewakers hadden zich niet ontpopt tot monsters, maar Zimbardo had hen die opdracht gegeven. Ze hadden ook niet plezier in het vernederen van hun ‘gevangenen’, maar wilden enkel bijdragen aan de kwaliteit van het onderzoek. Ze waren in de veronderstelling dat ze het ‘juiste’ deden. Twee derde van de bewakers bleek uiteindelijk niet mee te doen aan de sadistische instructies, een derde bleef ronduit aardig tegen de gevangenen en één bewaker nam al ontslag voordat het experiment begon. Ook de gevangenen lijken achteraf grotendeels een ‘toneelstukje’ te hebben gespeeld.
Mensen lijken dus wel degelijk zelf na te denken. Ze zoeken een manier om dat niet teveel te laten opvallen, zeker als er sprake is van een ‘sterke’ leider. Je zou het een ondergronds verzet kunnen noemen.
Deugen en denken
Juist in deze tijd waarin we angstig zijn en soms angstig worden gemaakt, is dit boek meer dan welkom en buitengewoon hoopvol. Het stimuleert ons tot zelf vragen stellen en nadenken en het leert ons dat niet alles is wat het lijkt. Bovenal helpt het ons weer meer op onszelf en onze medemens te vertrouwen. Iets wat we naar mijn idee onder druk van de reguliere media en ook social media dreigen kwijt te raken doordat we dagelijks overstroomd worden door negatieve berichten vanuit de hele wereld.
Kunnen we daar zelf iets aan doen? Jazeker! Kies bewuster welke informatie je tot je neemt. We hoeven niet te accepteren dat de media selectief ervoor kiest om vooral slecht nieuws te brengen, want het goede nieuws is talrijk, echter dat wordt minder geplaatst.
Wil je ergens een mening over vormen, probeer dan voldoende informatie te vergaren. Bijvoorbeeld door er meerdere bronnen op na te slaan. Onthoud je van klakkeloos ‘geloven’ en oordelen. Denk even na over de consequenties van wat je op social media plaatst en roep op tot positieve berichten of deel ze zelf.
De wereld wordt mooier, wanneer we zien hoe mooi die is en wij hem mooier maken
Dat je het helpen van anderen ook kunt overdrijven laat ‘Femke kookt’ zien in dit humoristische filmpje 😉
Vind je het fijn om af en toe iets te lezen dat je aanzet tot reflecteren of relativeren. Dat je informatie verschaft over jezelf of anderen. Dat je prikkelt of juist tot steun is. Schrijf je dan in voor mijn blog en je krijgt bij het verschijnen van een nieuw artikel een persoonlijke e-mail met een voorwoord van mij bij de betreffende blog.
Jaap Jonk zegt
mooi wat je schrijft dat de media ook zo’n grote rol hebben in wat we denken. En ja natuurlijk horen we al de dingen die fout gaan, en die ons bedreigen, veel en veel intensiever dan dan dingen die mensen goed doen. Terwijl dat laatste natuurlijk veel en veel meer gebeurt.
Bij een aanslag kijken we naar de enkeling die de aanslag pleegt, niet naar de honderden mensen die hulp verlenen… En was er niet ooit dat liedje van Kinderen voor kinderen “Als ik de baas zou zijn van het journaal…”
Nicole Honneff zegt
Beste Jaap,
Bedankt voor je reactie en wat een fijne laatste zin als toevoeging; nu heb ik dat vrolijke liedje in mijn hoofd 😉