Altruïsme maakt gelukkiger
In mei dit jaar zag ik de documentaire: The altruism revolution (een film van Sylvie Gilman & Thierry de Lestrade) en ik wist: over dit thema wil ik schrijven. Nu wil het toeval, of geluk, dat we een heerlijke nazomer hebben. Warmte en zon houdt een mens zacht, vandaar dat ik deze blog nu plaats, want voor het overbrengen van het belang van altruïsme is een zachte, ontvankelijke geest een pré.
Laten we zaaien als de grond er open voor staat
Geef het door
Maar eerst, hoe was je zomer? Lukt het om het vakantiegevoel te koesteren en het een plek te geven in de waanzin van alledag? Of ben je blij dat de zomer bijna voorbij is? De zomer stikt immers ook van de té hoge verwachtingen: met dank aan Coca Cola.
De realiteit is immers geen eeuwige vakantie, geen Coca-Cola commercial, waarbij je strak, bruin, omringd door vrolijke ‘beste’ vrienden, terwijl een betoverende, adorerende geliefde aan je arm bungelt, door het leven gaat … Het leven is met tijden moeilijk, slopend, eenzaam, oneerlijk en soms ronduit gemeen. Toch: we kunnen het voor elkaar mooier maken.
Hoe?
Nee, laten we niet als typische Westerlingen doorstoten naar de oplossing. Er valt zoveel bemoedigends over altruïsme te zeggen. Maar ik zou het geen oplossing willen noemen. Daarbij valt een oplossing vaak tegen, als je er teveel van verwacht.
Altruïsme versus egoïsme
Darwin was ervan overtuigd dat wij mensen gericht zijn op overleven en dat daarmee onze intrinsieke motivatie egoïstisch van karakter is. Freud beweerde dat de mens in de kern slecht is en dat opvoeding gericht moet zijn op het leren bedwingen van impulsen, driften en egoïsme. Volgens recent onderzoek is altruïsme aangeboren en reeds bij baby’s aanwezig. Goed nieuws lijkt me.
Uit testen met baby’s en peuters kwam naar voren, dat ze de betreffende onderzoeker uit zichzelf en met geen beloning in het vooruitzicht te hulp schoten, bij de ‘gespeelde’ problemen die hij tegen kwam. Ze raapten pennen op, openden deuren en de baby’s waren in staat om een onderscheid te maken tussen goed en kwaad. Ze hadden de behulpzame knuffel meer lief dan de wrede knuffelbeer.
Echter, de kinderen bleken vooral gevoelens van altruïsme te ervaren als ze de onderzoeker of het object dat in het spel betrokken werd, tot hun ‘soort’ rekenden. Ai, zijn we dus alsnog egoïstisch door ons enkel in te zetten voor overleving van onze eigen soort? Het zou verklaren waarom we nog steeds vlees eten (niet onze soort), het milieu als iets voor ‘later’ beschouwen (want de mensen in de toekomst kennen we niet) en vluchtelingen en allochtonen met argusogen aanschouwen (niet onze soort). Hoewel, het is ook weer niet helemaal waar wat ik nu schrijf. Er zijn nog steeds veel mensen, meer dan in mijn huiskamer passen, die wel betrokken zijn bij bovengenoemde punten en sommigen maken echt verschil. Ze zetten zich in. Niet voor het behoud van hun soort of natie maar gewoon, omdat ze iets willen betekenen voor de wereld in het algemeen.
Wat is altruïsme?
Altruïsme of onbaatzuchtigheid is een handeling, een gewoonte of een ethische doctrine. Het woord is voor het eerst gevormd in 1851 door de filosoof Auguste Comte (1798 – 1857), afgeleid van het Latijnse woord “alter” (een ander) in de betekenis van onbaatzuchtig in tegenstelling tot het veel oudere woord egoïsme. (bron: Wikipedia, geraadpleegd op 4 juni 2016)
Uit onderzoek blijkt dat bij altruïsme empathie een belangrijke rol speelt. Doordat wij mensen in staat zijn middels empathie ons in te leven in de gevoelens en ervaringen van een ander, zijn we bereid die ander te helpen. Uit hersenonderzoek blijkt dat, indien de partner in een laboratorium pijnschokken wordt toegediend, de toekijkende partner dezelfde pijnreactie in de hersenen laat zien. Wij zijn dus in staat de pijn van de ander te voelen alsof het onszelf overkomt en indien we genoeg om de ander geven, zelfs bereid om van plaats te wisselen. Het lijkt waar, zien lijden doet vaak meer pijn dan het directe lijfelijke lijden. Dit verklaart ook waarom mensen met een antisociale persoonlijkheidsstoornis of narcistische persoonlijkheidsstoornis (in films is de mix hiervan beter bekend als psychopaten) in staat zijn tot gruwelijke daden. Ze beschikken niet over het vermogen tot empathie en voelen daarmee niet wat ze een ander aandoen.
Altruïsme en boeddhisme
Ken je de Dalai Lama? Hij verzocht de wetenschapper Richard Davidson om door middel van neurowetenschap vriendelijkheid en compassie te onderzoeken. Hij toonde aan dat mensen slechts na enkele sessies meditatie in hun hersenen een verandering lieten zien in de gebieden die vriendelijkheid en compassie regeluren. Mentale activiteit kan structurele en functionele veranderingen in de hersenen teweeg brengen in slechts twee weken 30 minuten oefenen per dag.
Kan altruïsme een oplossing zijn voor een wereld die zichzelf ten gronde richt?
Een hoogdravende vraag. Laten we bekijken wat we zelf kunnen doen. Om te beginnen wordt elk mens gelukkiger van een glimlach en een vriendelijk gebaar. We worden echter ook gelukkiger als we ons hart volgen en in ons hart ligt de kern altruïsme. Vriendelijkheid en hulp bieden aan hen die wij mogen, oftewel die we tot onze groep rekenen, maakt ons ook gelukkiger. Ons vermogen tot empathie helpt ons daarbij. Echter, door stress (daar is die weer), een steeds vluchtigere, onnadenkende manier van leven, alsook vooroordelen en angst raken we steeds verder verwijderd van onze kern en daarmee zijn we dus minder altruïstisch aan het worden.
Onwetendheid en onverschilligheid bedreigen de band met een ander meer dan verschillen in cultuur of persoonlijkheid.
Tips om meer altruïstisch te worden:
1: Glimlach vaker naar een ander, ook als het een vreemde is.
2: Laat je minder leiden door angst en meer door vertrouwen.
3: Geef en help vanuit je hart, dus zonder iets terug te verwachten. Je zult merken dat je daar gelukkiger van wordt dan je te richten op wat je wilt hebben.
4: Mediteer of wandel. Door rust in je denken en voelen te creëren ben je beter in staat in het hier en nu te leven waardoor je ook ontvankelijker wordt voor de signalen vanuit je omgeving.
5: Treed een ander met vriendelijkheid tegemoet. Blijkt de ander dit niet te beantwoorden dan kan je altijd nog concluderen dat je vriendelijkheid aan deze persoon niet besteed is.
6: Generaliseer niet. Negatieve generalisaties zijn de doodsteek voor vertrouwen en vriendelijkheid. Dus als de caissière bij de HEMA onaardig tegen je doet, concludeer dan niet dat alle caissières onaardige mensen zijn.
7: Leg je mobiele telefoon eens weg en durf echt in de ogen van een ander te kijken. Uit onderzoek blijkt dat al na een blik van 5 minuten onze vooroordelen smelten en we de ander beter kunnen zien voor wie die echt is.
8: Wees vriendelijk voor jezelf. Vanuit die vriendelijkheid zul je ook een ander minder wantrouwend kunnen bejegenen.
9: Heb begrip voor jezelf. Vanuit dat begrip groeit het begrip voor een ander.
10: Leef je in een ander in. Empathie is een cadeau, een wijsheid en een brug waardoor je uiteindelijk je eigen eenzaamheid kunt verminderen.
11: … en boven alles: SMILE 🙂
Wil je op de hoogte blijven van het verschijnen van een blog? Vul dan hieronder je gegevens in en je krijgt per e-mail bericht zodra ik iets plaats.
Gesuino zegt
Mooi blog weer.
Ook mooi: ik pas al 9 van de 11 punten toe in de praktijk.
Nicole Honneff zegt
Haha, ja door continue in het buitenland te wonen 😉